In deze serie bespreekt steeds één van de redactieleden een veel voorkomende term. We leggen uit wat ermee bedoeld wordt, wat het interessant of leuk maakt en welke spellen erbij horen. Als het even kan, doen we suggesties voor de nieuwe speler. We horen ook graag wat jij ervan vindt!!
Deze keer combineert Dick zijn werk en hobby met Programming.
Wat is programming?
Mijn beroep is programmeur. Ik schrijf code voornamelijk voor websites. Het maken van de juiste combinatie van functies om het goede resultaat te geven, is wat mij zo tot programmeren aantrekt. De stap naar bordspellen is redelijk snel gelegd. Heel vaak probeer je een juiste combinatie van acties te maken om zoveel mogelijk punten te scoren. Heel vaak speel je omstebeurt en kan je reageren op de acties van een ander.
Programming als mechanisme werkt net even anders. Hier bepaal je (al dan niet tegelijk) van te voren welke acties je wilt gaan doen en in welke volgorde. Zodra iedereen klaar is, worden die acties op volgorde afgehandeld en kan je zien of jouw programma het gewenste resultaat heeft.
Chaos met robots
Een van de eerste spellen met programming die ik speelde was Robo Rally. In Robo Rally ben je een robot die meedoet aan een race door een arena. Je programmeert van te voren welke vijf stappen je neemt door kaarten neer te leggen. Degene die als eerste klaar is, draait een zandloper om. De anderen hebben dan ca. een minuut om hun programma af te maken. Lukt dat niet, dan wordt het willekeurig afgemaakt door blind de kaarten neer te leggen. Als alle programma’s gemaakt zijn, worden deze stap voor stap afgehandeld. Zo bepaal je uiteindelijk waar je robot heen loopt/rijdt en welke kant die op draait. Maar de arena zit vol met gaten, lasers, muren en lopende banden. Val je in een gat, dan begin je bij het laatste controlepunt waar je doorheen ging. Lasers geven je schade. Dat betekent in dit geval een spam-kaart die staat voor een random actie. Je goed geplande programma kan door anderen in de soep lopen omdat ze tegen je aan rijden en je aan de kant duwen. Het is aan jou om zo goed mogelijk door de chaos heen te navigeren en als eerste over de finish te gaan.
League of Legends spinoff
League of Legends (LoL) is een populair online spel voor op de computer. De makers hiervan zijn dol op bordspellen en kwamen op het idee om daarmee aan de slag te gaan. Het resultaat is Mechs vs. Minions (MvM); een programming-spel in hetzelfde universum als LoL. In tegenstelling tot de andere voorbeelden die ik noem, is MvM een coöperatief spel. Elke speler is een Mech en het is jullie om een bepaalde opdracht te vervullen. Denk hierbij aan het verdedigen van de basis, of het ophalen van een object. Dit doe je door je programma te draaien.
Aan het begin kies je ieder een kaart uit degene die voor jullie liggen. Dit mag in overleg, maar je hebt beperkt de tijd. Vervolgens leg je die kaart ergens in je programma. Je hebt zes plekken. Als jouw programma draait, ga je van een tot zes de plekken af en als daar een kaart ligt, dan doe je wat daarop staat. Die kaarten blijven er liggen voor de volgende ronde. Een kaart is meestal een beweging (lopen of draaien) gevolgd door een aanval. Als je meerdere kaarten van dezelfde kleur aanval op dezelfde hebt, is de aanval krachtiger.
Nadat iedereen geweest is, lopen de Minions een stap vooruit en komen er nieuwe op het bord. Als deze Minions naast je eindigen, doen ze je schade. Deze schade verstoort je programma. Je kan de kaarten van twee plekken moeten omdraaien of een plek is niet meer beschikbaar. Lukt het jullie om het doel te bereiken, dan winnen jullie.
Treinroof in het Wilde Westen
In 2015 won Colt Express de Spiel des Jahres, een zeer prestigieuze prijs. In Colt Express beweeg je door een trein om zoveel mogelijk buit te pakken. Elke ronde begint met een traject. Dat geeft aan hoeveel kaarten ieder mag spelen. Maar in Colt Express heb je geen eigen bord voor je programma. Je speelt omstebeurt een kaart om te laten weten wat je gaat doen. Zo bepaal je wat er gebeurt. Soms mag je een kaart gedenkt spelen zodat niemand weet wat je doet, omdat de trein dan door de tunnel gaat. En soms mag je twee kaarten tegelijk spelen.
Je probeert de acties van de spelers in de gaten te houden zodat je ze misschien dwars kan zitten. Je kan een andere speler beschieten, zodat je een kogelkaart in hun stapel mag doen. Dit zorgt ervoor dat hun stapel vervuild wordt met nutteloze kaarten. Je kan ze slaan zodat ze wat buit laten vallen. En je kan er ook voor kiezen om buit op te pakken. Maar als je niet oplet, dan kan de buit al verdwenen zijn, of de speler is al weg en je schiet/slaat mis. Wie aan het eind de meeste waarde aan buit heeft verzameld, is de winnaar.
Ouderwets knokken in de kroeg
Het laatste spel dat ik wil noemen is The Dragon & Flagon. In dit spel vecht je om de Flagon, een magische drank die je extra krachten geeft. Je programmeert je bewegingen niet zo ver vooruit als in de voorgaande titels, dus je hebt wel wat ruimte om je stappen te corrigeren. Een actie kost wel tijd. Je verplaatst je token langs het tijdspoor en zodra de tijd weer bij jou is, mag je je volgende acties doen. Maar het speelveld kan dan al compleet veranderd zijn.
Je kan spullen (stoelen en bekers) oppakken en deze gooien. Je kan tafels en tonnen opzij duwen of een kleed onder iemand vandaan trekken. Als je ligt, gaat je eerste actie verloren om weer op te staan. Elke keer als je iemand raakt, valt deze om en krijg je roem. Degene met de meeste roem aan het eind is de winnaar. Dit spel levert dezelfde chaos als in Robo Rally, maar in een compactere ruimte.
Dit zijn slechts een aantal voorbeelden van spellen met programming. Het mechanisme spreekt tot mij omdat het ook mijn werk is. De programma’s die ik dan schrijf zijn wel iets complexer, maar op het werk schrijf ik ook eerst (een deel van) een programma om vervolgens te kijken wat het resultaat is. Programming-spellen hebben ook vaak een hoog gehalte aan interactie omdat je (onbedoeld) elkaar dwars kan zitten. En dat is ook een van de redenen dat ik spellen speel.