Geschreven door: Elin Derks
Eén van de eerste moderne bordspellen die mijn man en ik in huis haalden, was iets dat Dominion heette en een deck-builder moest zijn. We konden ons nog niet helemaal voorstellen wat dat inhield – je eigen stapel kaarten optimaliseren? Oké… - maar van The Dice Tower begrepen we dat het geweldig moest zijn. Vooruit dan maar, we gokten het erop. Nu is Dominion een van onze grote favorieten. En niet alleen van ons, ook van onze kinderen en een groot deel van onze vriendengroep. Dominion is een heerlijk, simpel maar diep, altijd weer fris spel, dat ik niet gauw uit mijn verzameling zal filteren.
Game changer
Je moet je voorstellen, vóór Dominion bestond het hele fenomeen deck-building nog niet. Hier en daar waren al wel spellen met dat mechanisme uitgebracht, maar die sloegen amper aan. Onder het grote publiek was alleen het samenstellen van een deck – deck construction, heet dat – bekend (door Magic: The Gathering), maar dat deden spelers in hun eentje, vooraf aan het spel. In Dominion werd dat bouwen van je deck ineens het spel zélf. Ontwerper Donald X. Vaccarino, een fervent speler van Magic en toen nog programmeur, introduceerde het spel onder zijn vrienden en merkte dat ze al gauw niets anders meer speelden. Hij trok de stoute schoenen aan, pitchte het spel aan Rio Grande Games en kreeg het groene licht. Het spel verkocht direct als een trein en won in 2009 de prestigieuze Spiel des Jahres. Ondertussen is Dominion in zo’n dertig talen uitgebracht en meer dan een miljoen keer verkocht.
Hoe werkt Dominion?
Hoe zat het ook alweer met dat deck-builden? In Dominion werkt het zo: je start met een klein deck van tien kaarten, waarvan je er per beurt vijf op handen neemt. Meestal heb je dan zo’n drie, vier geldstukken (= geldkaarten) tot je beschikking, waarmee je nieuwe kaarten kunt aanschaffen. Op die nieuwe kaarten staan heerlijke dingen als “+ 1 kaart” of “+2 geld”, die je deck flink versterken. Voor je gevoel wordt het spel daardoor elke ronde leuker. Waar je naartoe werkt? Nou, op een gegeven moment wordt je economietje zo sterk dat je dure ‘Hertogdommen’ en ‘Provincies’ kunt kopen, die veel overwinningspunten opleveren. Die kaarten doen verder niets voor je deck, dus te vroeg moet je ze niet hebben. Maar ook niet te laat, want dan gaan je tegenstanders er met die punten vandoor. Wie uiteindelijk de meeste overwinningspunten in zijn deck heeft, wint het spel.
Wat is er zo leuk aan?
Dominion is ge-nie-ton. Dat komt doordat je elke ronde iets mag kopen (kopen, kopen!) en dan vaak iets met aantrekkelijk ontworpen geldsymbolen erop. Ik weet niet, maar het doet iets met me. Ik had dat vroeger ook zo met Monopoly, van die grote stapels papiergeld die weliswaar niet echt waren, maar toch mijn innerlijke Dagobert Duck streelden. In Dominion is het of ik steeds cadeautjes voor mezelf mag kopen. En dan ook nog eens elke ronde méér! Heerlijk gewoon. Het wordt ook nooit saai, omdat het spel 25 verschillende koninkrijkkaarten aanlevert, waarvan je er per spel maar tien nodig hebt. Zo sta je ieder potje voor een subtiel nieuwe uitdaging. Bovendien zijn er allerlei uitbreidingen uitgebracht, waarmee er ondertussen zo’n 200 verschillende koninkrijkkaarten in omloop zijn. Mijn favoriete uitbreiding, hoe kan het ook anders, heet ‘Welvaart’. Daarin kun je pas echt lekker met geld smijten.
Mee eens?
Dominion kwam uit in 2008 – een goed jaar voor bordspellen, waarin ook Pandemic, Dixit en Stenen Tijdperk uitkwamen. Sindsdien is het spel niet meer weg te denken uit de bordspelwereld. Ken jij Dominion al? Zo ja, wat vind jij ervan? Zo nee, lijkt het je wat? We horen het graag in een reactie hieronder!