Linda: Escape Tales: Low Memory
Het spelen van dit spel heeft er toe geleid dat ik tevens weer twee levenslessen heb geleerd. Nummer 1: 'Van ruilen komt huilen', die vlieger is vorig jaar wel opgegaan. Met Candyshine heb ik de review-opdracht voor El Dorado geruild tegen die van Escape Tales: Low Memory De grootste fout uit mijn bordspelcarrière tot nu toe, want wat was het een martelgang en wat had ik achteraf spijt. Niet zozeer omdat het spel slecht was of slecht in elkaar zat, maar (en daar komt meteen levensles nummer 2): 'De setting dient je aan te spreken'. Ik heb niets met futuristische zaken, ingewikkelde technologische ontwikkelingen en noem maar op en deze versie van Escape Tales speelde zich toch eigenlijk in de toekomst af. Jammer, maar helaas... Uiteindelijk heb ik toch wel mooi mogen proeven van het mechanisme van de reeks.
Anna: Mariposas
Er waren goede, terechte redenen dat ik zeer uitkeek naar dit vlinderspel. Ten eerste was het thema uniek: De migratie van de Monarchvlinder over Amerika. Daarnaast was het thema ook passend verwerkt in de spelmechanieken: je vlinders verplaatsen zich van Midden- naar Noord-Amerika waarbij je probeert zoveel mogelijk nieuwe fladderaars te maken. Maar - zoals in het echt ook - niet alle vlinders zullen de tocht overleven. Het spel is dan ook een constante strijd over welke vlinders je kiest om in te investeren. De laatste reden waarom ik naar dit spel uitkeek, is de maker: Elizabeth Hargrave. Haar eerder verschenen megahit Wingspan beviel mij ook erg goed en gezien dit ook een dierenthema heeft, had ik goede hoop in Mariposas. Het eerste potje van Mariposas was best in orde. Het ging pas echt schuren in de speelmomenten erna. Het spel voelde voor mij elke keer hetzelfde. Ja, elk potje zijn er andere scoredoelen, maar deze zijn niet anders genoeg om je hele speelervaring te veranderen. De ene keer moet je vlinder onder een stad landen, de andere keer boven een stad: lekker boeien! Daarnaast merkte ik dat een groot deel van het spel, namelijk het tussenstopbord, nauwelijks gebruikt werd. Vanwege het lagere spelersaantal waarmee we speelden, dacht ik eerst. Maar toen ik met het maximaal aantal spelers speelde, bleek dat de bonussen op het tussenstopbord het nog steeds niet waard waren om voor te gaan. Met scoredoelen die niet interessant waren en een spelonderdeel dat iedereen negeerde, bleef er niet genoeg interessants over om Mariposas overeind te houden. Jammer, want de visie is er zeker. Ontpoppen tot een vlinder deed het echter niet.
Patrick: Wizard Kittens
Een beetje flauw misschien, maar de grootste tegenvaller van afgelopen jaar is het (nog) niet hebben kunnen spelen van alles wat binnengekomen is, mede dankzij minder speelavonden. Als ik dan toch één spel moet noemen dat mij is tegengevallen, dan is het Wizard Kittens. Ondanks de aandoenlijke art en de productie die top is met al die leuke katjes en woordspelingen, weet het spel zelf mij gewoon niet te bekoren. In Wizard Kittens heb je als ondeugende katten verschillende spreuken losgelaten. Je moet sets verzamelen om die vloeken weer te vangen, het is niet heel spannend. Er zijn wat manieren om de puntenstrategie iets vernuftiger te maken en zelfs kaarten die veel chaos toevoegen, maar de basis is een beetje saai naar mijn mening. Ook de keuze om er een soort einde-timer in te zetten, waarbij juist degene met de minste punten wint, lokt uit tot passief gedrag als strategie en dat is gewoon niet fun. Dit laat me niet spinnen, maar voelt als een haarbal. Het is wel heel eenvoudig, dus ik hoop dat door het uiterlijk mijn nichtje over enkele jaren graag Wizard Kittens een keer uitprobeert en dan is het toch nog een prima gok geweest.
Yørn: Gloomhaven: Jaws of the Lion
Laat ik ten eerste zeggen dat ik groot fan ben van Gloomhaven, ik speel het met een oud-collega al meer dan twee jaar. En al was het er in het begin echt inkomen: we zijn er helemaal verslaafd aan geraakt. Het is voor mij het perfecte dungeon crawl bordspel, met voldoende ontwikkeling in je karakter en genoeg verrassende momenten om je lang zoet te houden.
Ik keek dan ook echt uit naar Gloomhaven: Jaws of the Lion, omdat dit spel de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid bood om een andere oud-collega ook verknocht te laten raken aan Gloomhaven. Met als vooruitzicht om met zijn drieën Jaws of the Lion volledig door te spelen. Superleuk! Maar na de eerste speelsessie van drie missies vond deze collega het nogal tegenvallen en dat vond ik echt heel jammer. Hij was wel benieuwd naar Gloomhaven, maar hij hield meer van wat knuffelachtige, vrolijkere spellen en dat is Jaws of the Lion niet bepaald. Daarnaast vond hij Jaws of the Lion eigenlijk alsnog te ingewikkeld. Nieuwe regels volgden zich per scenario dan ook redelijk snel op.
Daar komt voor ons als ‘doorgewinterde’ Gloomhaven spelers bij, dat het een lichte teleurstelling was om te zien dat de eerste set items die beschikbaar komen, veelal gerecycled zijn uit het origineel. Logisch zou je zeggen, want het is een entree naar het origineel. Maar als Gloomhaven-speler ben je gewend aan de nodige verrassingseffecten die we bij de eerste speelsessies van Gloomhaven: Jaws of the Lion nog hebben gemist. Jaws of the Lion zit echt wel goed in elkaar en er zijn vier doosjes met geheimen die we nog niet hebben geopend, maar het stelde mij gewoon een beetje teleur vanwege het veelal gerecyclede materiaal en het feit dat we deze niet met zijn drieën geheel gaan doorspelen. Totaal iets persoonlijks, maar daarom viel voor mij deze tegen in 2020!
Klaas: Pendulum
Sommige redactieleden grijpen hun kans om even lekker hun hart te luchten over draken van spellen, maar zo ernstig heb ik het afgelopen jaar niet meegemaakt gelukkig. Wel speelde ik een spel dat mijn hoge verwachtingen niet waar maakte: Pendulum. Mijn voorpret voor dit spel was best bijzonder, want het leunt op een mechanisme waar ik meestal de verkeerde soort kriebels van krijg: real time. Tijdens het spelen van Pendulum lopen er drie zandlopers, die bepaalde gebieden van het speelbord op slot zetten. Als er eentje is doorgelopen, mag de speler die dat wil ‘m omdraaien en verplaatsen. In bepaalde mensen komt het beste naar boven onder tijdsdruk, maar bij die groep hoor ik niet. Daarom was ik aangenaam verrast dat Pendulum een onverwachte draai geeft aan de race tegen de klok: omdat de spelers bepalen of en wanneer de tijd weer gaat tikken, wordt het een tactisch strijdmiddel. Waarom staat hij dan toch in deze lijst? Omdat het spel dat achter de zandlopers schuilgaat zo droogjes blijkt. De tandradertjes liggen dankzij de spartaanse aankleding duidelijk aan de oppervlakte en dat versterkt het mechanische gevoel dat Pendulum opwekt bij het omwisselen van grondstoffen en het voortduwen van blokjes op sporen. Daar gaat uitgever Stonemaier Games meestal een stuk eleganter mee om.
Dick: Tussie Mussie
Ik ben heel erg blij dat Quined de kleine Button Shy-spellen naar Europa haalt. Met hun eerste drie spellen (Stew, Circle the Wagons en Sprawlopolis) heb ik mij prima vermaakt (zie de review). Toen ik hoorde dat de volgende Tussie Mussie zou worden, was ik razend enthousiast. Tussie Mussie is ontworpen door Elizabeth Hargrave, die ook Wingspan heeft bedacht. Het artwork is van Beth Sobel, die altijd schitterende natuurtekeningen maakt. Denk bijvoorbeeld aan Kruidgewas. Allemaal factoren die de hype-factor bij mij deden stijgen... Maar helaas. In Tussie Mussie trek je twee kaarten met bloemen erop. Je bekijkt ze en vervolgens geef je ze aan de speler links van je, waarbij één kaart gedekt is en de ander zichtbaar. Die speler kiest één van de kaarten en jij krijgt de ander. Dit gaat zo door tot iedereen vier kaarten heeft. Je scoort dan punten voor de harten op de kaart, of door de bonus die een bepaalde bloem geeft. Dit doe je vervolgens drie keer en de speler met de meeste punten wint. Zo oppervlakkig als ik het omschrijf, zo was het spel ook. En normaal is daar niks mis mee. Niet alles hoeft super complex te zijn en oneindige diepgang te hebben. Maar ik was zo hyped en had zulke hoge verwachtingen voor het spel dat een teleurstelling eigenlijk niet uit kon blijven.
Vincent: Paranomale Detectives
Dit coöperatieve partyspel doet een beroep op spelers die houden van een dolletje en een raadseltje, maar het moet allemaal niet te ingewikkeld worden. Eén speler is de geest die net het lichaam van een slachtoffer heeft verlaten en moet met aanwijzingen duidelijk maken hoe het zover heeft kunnen komen. De andere spelers zijn detectives die gespecialiseerd zijn in het paranormale. De spelers stellen een vraag en de geest kan bijvoorbeeld door te praten zonder geluid, het tekenen van iets op iemands rug of het vormen van een voorwerp met een touw, aanwijzingen geven. Het idee is denk ik dat dit voor wat lachwekkende momenten kan zorgen binnen je groep, wat bij ons dus niet gebeurde.
De vraagstelling is direct en simplistisch en dus ook het antwoord dat je als geest geeft. Er is niet echt een leuke manier om creatief te zijn of buiten de box te denken zoals bijvoorbeeld bij Codenames of Obscurio, wat het spel voor mij saai maakt. Nu zou ik het spel misschien een tweede kans moeten geven wellicht is de beleving dan heel anders. Echter als een spel je na de eerste keer spelen zo erg niet boeit, dan is daar weinig kans op.