Spelers: 2 tot 4 spelers
Speelduur: 30 tot 45 minuten
Leeftijd: Vanaf 8 jaar
De Azul familie
Azul: Zomerpaviljoen is alweer het derde deel in de bekroonde reeks van Michael Kiesling. Het eerste deel won onder andere de Spiel des Jahres in 2018. De Azul spellen zijn allen gebaseerd op de geschiedenis van de Portugese koning Manuel I. Hij heeft rond het jaar 1500 diverse opdrachten gegeven om zijn paleis op te sieren nadat hij tijdens zijn reizen inspiratie had opgedaan. Daar hebben wij nu nog steeds plezier van met deze prachtige bordspellen. Dit begon met de Moorse muurtegels van Azul (deel één), vervolgens de glas in lood ramen van Sintra (deel twee) en nu gaan we in het derde deel een prachtig zomerpaviljoen aanleggen voor in zijn tuin.
Voor wie nog niet eerder een spel uit deze serie heeft gespeeld (wat ik mij niet kan voorstellen 😉), het zijn allen spellen met eenvoudige regels, maar met diepgaande tactieken. Elke ronde moet je stenen kiezen uit de gezamenlijke pool en die vervolgens zo goed mogelijk op je spelersbord neerleggen waardoor je de meeste punten probeert te verzamelen. In alle delen wordt je ook afgestraft als je tegels overhoudt en/of niet kan plaatsen conform de regels.
Inhoud:
Het spel is net als zijn voorgangers verpakt in een mooie stevige doos met voorgevormde insert waar ook alle spelonderdelen in passen. Waar je in deel één nog een ‘opvangbak’ miste voor je afgelegde tegels, hebben deel twee en drie daar een mooie holle toren voor die mij op een of andere manier aan The Big Ben doet denken. Verder krijg je de fabrieksschijfjes waarop de centrale voorraad komt te liggen, de spelersborden om de paviljoenen op te bouwen, de scorefiches, een scorebord en natuurlijk de ruitvormige tegels om het paviljoen mee te bouwen. Deze tegels lenen zich ook heel goed om tussendoor je eigen creaties te leggen. Wat wel jammer is dat er geen rekening wordt gehouden met mensen die kleurenblind zijn. De helft van de tegels heeft namelijk een patroon, terwijl de andere helft effen van kleur is. Persoonlijk denk ik dat dit echt een gemiste kans is van de uitgever.
Azul opgesplitst in twee fasen
Als je (een) Azul voor de eerste keer speelt, kan het overweldigend overkomen. Er zijn veel acties en legvoorwaarden waar je aan moet voldoen, maar na het spelen van een ronde is het logisch en doe je echt je best om het mooiste terras te bouwen. Bij aanvang van het spel krijgt iedere speler een spelersbord en een scorefiche in zijn / haar kleur. Het spelersbord is dubbelzijdig voor een standaard spel en een uitdagender spel. Verder wordt in het midden van de tafel de productie van de tegels op gang gebracht d.m.v. de zogenoemde fabrieksschijven (ronde tegeltjes). Afhankelijk van het aantal spelers worden er een aantal fabrieksschijven neergelegd en worden er op elke schijf vier tegels neergelegd uit de zak als algemene voorraad. Als laatste leg je het scorebord naast het spel, met daarop weergegeven de rondevoortgang, de te winnen combo-tegels en uiteraard het scoretrack.
In tegenstelling tot de vorige twee delen wordt dit deel meer gespeeld in twee aparte fases. In de eerste fase neem je eerst allemaal tegels en in de tweede fase bouw je ze op je paviljoen om punten en combo’s te scoren.
Net zoals in de voorgaande delen kies je ervoor om alle tegels van dezelfde kleur van een fabrieksschijf te nemen en schuif je de overige kleuren naar het midden, maar nieuw in dit deel zijn de jokertegels. Elke ronde is een bepaalde kleur een joker en neem je naast de kleur die je pakt ook een jokertegel als deze op dezelfde schijf beschikbaar zijn. Zijn er meer jokers, dan pak je er nog steeds maar een joker bij en schuif je de rest naar het midden. De persoon die als eerste tegels uit het midden neemt, neemt daarbij ook gelijk de tegel voor de eerste speler voor de volgende ronde, maar krijgt ook strafpunten per tegel die hij/zij uit het midden neemt. Dit gaat zo door totdat alle tegels uit de voorraad op zijn.
Jokers en tegels bewaren
Jokers zijn inderdaad nieuw in de spelwereld van Azul. Elke ronde is er een bepaalde kleur joker en deze joker kan je in de bouwfase inzetten voor elke kleur die je gebruikt. Erg handig als je tijdens het bouwen meer opties open wilt houden, of als je nog een kleur tekort komt. Als je de andere Azul-spellen hebt gespeeld is het de eerste keer echt wel even omdenken om meerdere kleuren te mogen pakken, maar nu mis ik ze weer in de eerdere delen. Ze zijn zo handig om achter de hand te hebben. Ook kan je je strategie later alsnog aanpassen omdat je met de jokers meer mogelijkheden hebt. In combinaties met extra tegels die je kan krijgen door het maken van combo’s zijn ze eigenlijk onmisbaar.
Wat ook nieuw is in dit deel is dat je tot maximaal vier tegels mag bewaren tot een volgende ronde. Zo kun je dus een tekort aan een bepaalde kleur aanvullen of wachten tot die kleur een joker wordt. Hiervoor zijn op je spelersbord bewaarvakjes gemaakt.
Combo’s!
Als alle tegels uit de fabriek gepakt zijn gaan we door naar de tweede fase van het spel, het aanleggen van je paviljoen. Het paviljoen is opgedeeld in meerdere gekleurde stervormige vakken, met in het midden nog een lege ster. Elke ster is weer opgedeeld in zes gekleurde vakken genummerd één t/m zes. Het is een beetje lastig uit te leggen, maar het cijfer in het vak betekent het aantal tegels wat je nodig hebt om in dat vakje een tegel van die kleur te mogen neerleggen. Dus om op het vakje van oranje vier een oranje tegel neer te leggen, moet je er drie andere oranje tegels voor afleggen. Je hebt dus het aangegeven aantal tegels nodig van die kleur. Herinner je de jokers? Juist, die mag je hier ook gebruiken om tegels mee af te leggen. De enige voorwaarde is dat je een joker niet als joker mag neerleggen op je paviljoen maar alleen mag gebruiken om genoeg tegels te kunnen afleggen. In het begin voelen jokers erg onwennig, maar nadat we Zomerpaviljoen hebben gespeeld mis ik ze eigenlijk wel in de andere delen. Heerlijk zijn ze om net even wat meer reserves en mogelijkheden te hebben. De middelste ster op je bord is een ster die uit alle kleuren mag bestaan, maar ook die heeft een voorwaarde, elke kleur mag maar één keer op die ster terugkomen.
Ik hoor jullie denken, waar blijven de combo’s dan? Die komen nu! Boven alle gekleurde sterren, tussen de gekleurde sterren in en tussen de gekleurde sterren en de middelste ster staan symbolen. Weet je de aangrenzende vakjes te voorzien van tegels, dan mag je afhankelijk van de locatie direct een, twee of drie extra tegels pakken die klaar liggen op het aparte scorebord. Dit mogen ook allemaal jokers zijn. En mijns inziens, komt hier de kracht en de vernieuwing in Azul: Zomerpaviljoen naar voren. Met een beetje denkwerk kan je dus genoeg tegels pakken om wederom een nieuwe combi te maken of misschien wel twee, of juist een ster volmaken. Vooral in de laatste drie rondes ga je hier echt gebruik van maken en geniet je ook enorm van het vullen van je paviljoen en het proberen te maken van nog een combo. De teleurstelling was bij mij dan ook groot toen ik na een succesvolle reeks combo’s net nog een tegel te kort kwam om een laatste ster te vullen. Vergeet ook daarom niet om de middelste ster te vullen, waardoor je snel en makkelijk meerdere combo’s kan maken en krijgen.
Punten en passen
Punten scoor je zowel tijdens als na afloop van het spel. Tijdens het spel scoor je punten door je verkregen tegels naast elkaar aansluitend aan te leggen op de betreffende ster op je spelersbord. Dus de eerste tegel die je neerlegt op een ster is een punt, maar leg je er een tweede aansluitend naast, dan is het twee punten. De derde is drie punten enzovoort. Wat we wel als irritant hebben ervaren is dat de scoretrack erg klein en smal is, waardoor er niet meer dan twee spelersfiches op een puntenvakje kunnen staan. Bij meer spelers ben je of al snel aan het stapelen of lopen de fiches aan de buitenkant naast het bord mee.
Naast het scoren van punten tijdens het leggen, scoor je op het einde van het spel, na zes rondes, ook punten op diverse manieren. Of je bijvoorbeeld alle vakjes met ééntjes, of tweetjes etc. bedekt hebt of een ster volledig vol hebt. Ook al loop je achter, het geeft je een heerlijke voldoening om niet alleen de ster van die kleur vol te hebben, maar ook op het einde ineens weer 16 of 20 punten erbij te krijgen. Deze punten zijn kleurafhankelijk: zo is bijvoorbeeld de paarse ster 20 punten waard en de middelste ster 12. De logica hierachter hebben we nog niet gevonden, omdat alle kleuren evenveel aanwezig zijn in het spel. Misschien heeft dit dan weer met hamsteren of hebberigheid te maken? Dat iedereen voor de duurste kleur gaat en daardoor niemand paars vol krijgt? Helaas werkt deze strategie niet met twee spelers, mijn man heeft toch elke keer paars vol en ik probeer dan voor een andere kleur te gaan die ik meestal net vol krijg. Met vier spelers lukt het hem ook niet, want dan merk je in latere rondes wel dat er tekort aan tegeltjes gaat komen en dat zelfs het vullen van alle tweetjes en drietjes al een stuk lastiger gaat worden.
Met twee spelers ben je ongeveer 25 minuutjes onderweg en met vier spelers maximaal 40. Hierdoor komt het spel ook doordeweeks sneller op tafel. Vooral nu wij onze keukentafel verbouwd hebben tot twee thuiswerkplekken met dubbele monitoren is er doordeweeks weinig ruimte voor grote spellen op onze tafel, maar pakken we de diverse Azul spellen er zeer regelmatig bij. Na een lange werkdag is het haast meditatief om naast het spelen van het spel je eigen creaties te bouwen met de tegels.
Conclusie
Een paar jaar geleden snapte ik de hype van Azul niet. Wat ziet iedereen toch in dat abstracte tegellegspel? Inmiddels begrijp ik de hype volledig en zijn het een van de meest gespeelde spellen in mijn uitpuilende spellenkast. Het spel is gemakkelijk om uit te leggen, maar heeft genoeg tactiek en variatie waardoor het geschikt is voor zowel beginnende als ervaren spelers. Na elk potje wil je gewoon direct weer spelen. De spelmaterialen zijn erg mooi en zijn ook aantrekkelijk voor iedereen. Je kan gewoonweg niet van je eigen voorraad tegels afblijven en er tussendoor poppetjes en bloemetjes mee leggen. Binnen vijf minuten staat het klaar en je speelt het in ongeveer een halfuur tot 40 minuutjes, waardoor het ook snel en vaak even tussendoor op tafel komt. Verder is het zo heerlijk om je paviljoen te bouwen en de combo’s te maken waardoor je nog fanatieker gaat bouwen om nog meer punten te scoren.
De enige minpunten die ik zelf kan bedenken zijn de punten die ik eerder hebt benoemd. Bijvoorbeeld de gemiste kans van de uitgever om het spel ook speelbaar te maken voor mensen die kleurenblind zijn. Er zijn namelijk meerdere kleurentegels die geen patroon hebben. Verder zijn het de te kleine vakjes op het scoretrack waar maar twee fiches tegelijk op passen soms storend als je met meerdere spelers speelt.
Op deze aandachtpunten na heb ik heerlijk genoten van dit prachtige spel. Als ik eerlijk moet zijn, is Azul: Zomerpaviljoen mijn favoriet van de drie. Het mechanisme van tegels pakken en leggen is niet vernieuwend ten opzichte van de vorige delen, wat ook niet hoeft. Maar vooral de toevoeging van de jokerkleuren en de mogelijkheid om combo’s te scoren waardoor je extra tegels kan krijgen maken dit spel net wat extra uitdagender en ook spannender. Je gaat toch meer competitief denken omdat je je tegenspeler net dat tegeltje niet gunt omdat hij/zij dan weer een combo kan scoren en die tegel toch voor zijn/haar neus wegsnaait.
Doe ik nu mijn andere Azul spellen weg? Nee absoluut niet. Alle delen hebben hun eigen charme en spelen anders ten opzichte van elkaar. Bij beginnende spelers ben ik geneigd om het eerste deel te pakken omdat deze net wat minder complex is. Maar in mijn andere spellengroepen komen deel twee en drie regelmatig op tafel, ook voor de variatie. Verder vind ik het ook erg leuk om de serie compleet te hebben in mijn spellenkast.
Omdat Azul: Zomerpaviljoen deels bij het prachtige origineel van de eerste Azul is gebleven, maar toch met nieuwe en verassende elementen komt geef ik dit heerlijke spel een gouden budgy!
Geschreven door: Carina Veenstra