Spelers: 2 tot 4 spelers
Speelduur: 45 minuten
Leeftijd: vanaf 10 jaar
Iedere wereldstad kent zijn eigen unieke herkenningspunten, van spraakmakende gebouwen tot aan grootse stadsparken of misschien wel karakteristieke grachten. Ooit heeft iemand slim nagedacht over hoe een stad eruit komt te zien en nu is dat de rol die jij overneemt. Hoe kun je namelijk de perfecte balans vinden tussen gebouwen, groen en water om daarmee het ultieme stadsdeel te ontwerpen?
Voor de mensen die het leuk vinden om een nieuw bordspel te spelen, maar er een beetje tegenop kijken om alle regels door te nemen, dan biedt Cities de perfecte uitkomst. Zo beslaan de spelregels net iets meer dan twee pagina’s, dus het spel is makkelijk te bevatten. Dit betekent echter niet dat je het spel zonder nadenken kan spelen. Bij iedere beurt moet je namelijk bewuste keuzes maken om jouw stadsdeel optimaal in te richten. Maar wat doe je nou precies?
Drie bij drie stadsdeel
Aan het einde van een potje Cities wil je een stadsdeel hebben gemaakt dat bestaat uit drie bij drie tegels. Je begint altijd met een starterstegel en iedere ronde vul je jouw stadsdeel aan met een nieuwe tegel. De starterstegel ligt niet op een vaste plek in de uiteindelijke drie bij drie vorm. Dus gedurende het spel ben je enigszins vrij in het plaatsen van je stadstegels en kun je bij het slim plaatsen van de tegels nog enige flexibiliteit inbouwen. Zolang je maar uiteindelijk eindigt met de verplichte drie bij drie vorm.
Het verkrijgen van de stadstegels gaat door middel van een worker placement mechaniek. Op het gedeelde speelbord liggen namelijk vier stadstegels per ronde die de spelers beurt voor beurt kunnen pakken. Alleen is dat niet het enige waar spelers een beslissing over moeten nemen. Zo liggen er op het speelbord ook scorekaarten, verfraaiingstegels en gebouwen. Van iedere soort kies je als speler steeds in beurtvolgorde voor één van de vier opties. Je voelt het misschien al aankomen, iedere beurt moet je prioriteiten stellen en afwegingen maken. En vergeet niet dat je ook moet kijken bij je tegenstanders wat zij mogelijk kiezen en of je daarmee rekening wil houden bij je eigen keuze, want het is een competitieve markt.
Bouw mee aan een wereldstad
Het competitieve element wordt ook extra aangemoedigd door de zogenaamde prestatieborden. Dit zijn gemeenschappelijke doelstellingen die de meeste punten geven aan de eerste persoon die het volbrengt. De doelstellingen vragen om een specifieke vorm van je stadsdeel, zoals een park of watergebied en dit in combinatie met de verfraaiingstegels en gebouwen. De prestatieborden zijn geïnspireerd op verschillende wereldsteden en de doelstellingen sluiten daarop aan. Denk bijvoorbeeld aan Central Park ontwerpen in New York of de Canal Grande van Venetië.
Het spel wordt standaard geleverd met acht verschillende prestatieborden en een mogelijke promo van Amsterdam en Antwerpen via 999 Games. Hierdoor heb je toch een behoorlijke variatie in je spellen, omdat je een enkel prestatiebord per spel gebruikt. Bovendien ben je tijdens het spelen behoorlijk gefocust op de doelstellingen van het prestatiebord, die daarmee leidend is voor de keuzes die je maakt en daarmee je spelbeleving. Als de hele tafel zuchtend en steunend toekijkt hoe net de juiste stadstegel op het speelbord ligt voor de eerste speler, dan krijg je een beetje een gevoel van hoe een spel eraan toegaat.
Alles voor de punten
Mocht een tegenstander net de juiste actie voor jouw neus wegkapen om een doelstelling te behalen, dan kun je jouw tactiek nog omzetten naar andere mogelijkheden om punten te scoren. Zo is er een set collection mechaniek met de verfraaiingstegels, waardoor je punten verdiend voor iedere unieke tegel in een set op het water of in een park. Verder heb je nog de scorekaarten, waarvan je iedere ronde er eentje uitkiest en hier zijn ook grote punten mee te verdienen.
Met de scorekaarten kun je namelijk punten verdienen voor het bouwen van een specifieke hoogte van een gebouw in een bepaalde kleur. Of je kunt punten verdienen door een zo groot mogelijk watergebied te bouwen of juist verschillende parken die niet met elkaar zijn verbonden. Zowel in kwantiteit als kwaliteit zijn de scorekaarten meer geënt op de gebouwen en daar lijk je de meeste punten mee binnen te harken. Bovendien komen alle scorekaarten twee keer voor in het spel en deze komen gegarandeerd allemaal voorbij in een potje met drie of vier spelers. Echt veel variatie in de scorekaarten is er daardoor wat minder voor een gevorderde speler.
Lekker spelen met gebouwen
Het thema van een eurogame komt altijd op de tweede plaats, maar bij Cities is het toch aardig gelukt. Zo heb je toch een beetje het gevoel dat je een stadsdeel aan het ontwerpen bent met bouwgebieden, water en park. Zeker als dit aansluit bij de stad die is gekozen voor het prestatiebord. Bovendien hebben de gebouwen een hele fijne speelgoedfactor, want simpelweg een torentje bouwen is gewoon heel bevredigend.
Het enige waar het thema aan de zwakke kant is, zijn de verschillende kleuren gebouwen. Hier zit namelijk wel een idee achter. Iedere kleur heeft een andere betekenis, zoals woningen, kantoren of culturele gebouwen. Dit lees je terug in de titel van de scorekaarten die aansluiten bij een specifieke kleur. Alleen moet je daar wel heel erg bewust van zijn, want de meeste mensen zullen de titel van de scorekaarten niet lezen.
Spanning en competitiviteit vallen weg bij twee spelers
Waar Cities met vier of ook drie spelers voor de nodige competitiviteit en spanning zorgt, raak je dit element enigszins kwijt met twee spelers. In dat geval moet je volgens de regels de middelste doelstelling van het prestatiebord afdekken. Mogelijk om voor meer competitie te zorgen voor de andere twee doelstellingen, maar je raakt hierdoor juist wel een interessant doel kwijt die voor dat interessante puzzelelement zorgt tijdens het bouwen van je stadsdeel.
Een twee speler spel bestaat bovendien uit vier rondes in plaats van acht, want je mag dan tijdens iedere ronde een actie twee keer uitvoeren. Dus twee stadstegels pakken, twee scorekaarten pakken enzovoort. Hierdoor gaat de spanning er vooral vanaf, want je kunt veel makkelijker de voor jou handige acties kiezen. Bovendien gaat de focus meer naar de scorekaarten toe om echt de grote punten te verdienen, terwijl deze scorekaarten vrij rechttoe rechtaan zijn. Dit in tegenstelling tot de doelstellingen van het prestatiebord die minder relevant en minder waard zijn, maar voor de gevorderde speler wel leuker zijn om te behalen. Een speciale twee speler variant van Cities, waarbij zeven rondes worden gespeeld om een stadsdeel van drie bij vijf te bouwen voegt niet zoveel toe behalve een langere speeltijd.
Lekkere balans tussen simpele regels en impactvolle keuzes
Simpele spelregels met interessante keuzemomenten waar veel spanning bij komt kijken als je het spel met drie of vier spelers speelt. De prestatieborden met unieke uitdagingen zijn vooral bepalend, maar je kunt ook gewoon lekker spelen met de gebouwen om punten te verdienen met de scorekaarten of voor je eigen plezier. Dit allemaal in een kleine doos met een overzienbare speelduur van 45 minuten en een goede prijs van 35 euro. Hierdoor is Cities een heel prettig bordspel om in je collectie te hebben, omdat je hem makkelijk speelt met zowel beginnende maar ook gevorderde spelers. Daarom kennen wij graag de gouden beginners-Budgy toe aan Cities.