Spelers: 2 tot 4
Speelduur: ± 45 minuten
Leeftijd: vanaf 10 jaar
Als spellenfan is het altijd een goed idee om een voorraadje spellen in huis te hebben die je met zowat iedereen kan spelen, à la Azul of Kwakzalvers. Met King of the Valley is er weer eentje bij in die categorie, van Nederlandse makelij nog wel.
‘Excellent for 2 players’, staat er te lezen achterop de doos van King of the Valley. Dit spel kan tot vier spelers aan, maar inderdaad: als je met z’n tweeën speelt, komt-ie het beste tot z’n recht. Dan is het tempo lekker hoog en leidt je planning ook werkelijk ergens toe. Het centrale strijdperk hier is namelijk een raster van vijf bij vijf, waar continu tegels uit gepakt worden door de spelers. Fijn als niet elke keer de tegel die je op het oog had is weggegrist door een ander… Eerst maar eens even uitleggen hoe dat allemaal in z’n werk gaat.
Burgers en buitenlui
Het hoofddoel van King of the Valley is om sets van tegels te verzamelen die je, slim gecombineerd, een heleboel punten gaan opleveren. Als koning van een middeleeuws rijk ronsel je onderdanen die passen in een traditioneel koninkrijk: boeren, ridders, edellieden en natuurlijk een nobele koningin.
Geen inspirerend thema, maar binnen het spel doet het z’n werk. Iedere speler heeft een houten koningsfiguur die over de tegels wordt gemanoeuvreerd in een rechte lijn. Kom je een tegel tegen die je wilt pakken, dan stop je op die plek en neem je ‘m. Kom je meerdere van dezelfde tegen op die lijn, dan mag je ze allemaal pakken, met een maximum van drie.
Rijtjes vol
Je route over het raster listig uitzetten is de manier om tegels te grijpen die je nodig hebt. Het loont namelijk om er van elk van de vijf hoofdcategorieën eentje te hebben, want zo verdien je een puntenbonus en extra goud. Dat goud kun je gebruiken om tegels te pakken die nog niet eens op het raster liggen: er liggen er namelijk ook twaalf op een soort van glijbaan. Die tegels vullen naar verloop van tijd de gaten die vallen, tenzij iemand ze al eerder koopt met goud dus.
Sommige zijn namelijk zeldzamer dan andere: van de koninginnen zijn er bijvoorbeeld maar drie in het hele spel. Ook zijn er speciale tegels te vinden die je niet in je koninkrijk opneemt, maar eenmalig gebruikt om handige uitzonderingen op de regels te maken, zoals van richting veranderen bij het pakken van tegels of belasting innen bij je onderdanen.
Lage instap
King of the Hill heeft een overzichtelijke hoeveelheid regels, die ook door minder doorgewinterde bordspelspelers snel te leren zijn. Alleen de speciale tegels hebben even wat extra uitleg nodig, maar als dat eenmaal achter de rug is, kun je heel vlot een potje spelen. Qua diepgang biedt het net iets meer dan een gemiddeld tussendoortje, al is het voor veelspelers niet een spel om keer op keer naar terug te grijpen. Daarvoor doe je uiteindelijk te vaak hetzelfde: de jokers pakken die de rij van vijf compleet kunnen maken, sparen voor sets met dezelfde ridders, de effectiefste belastinginners op tijd grijpen... Maar dat betekent niet dat wat je doet geen amusante bezigheid is.
Conclusie
Wie toe is aan een nieuwe toevoeging aan het stapeltje lichte, toegankelijke spellen die je kunt spelen met mensen van allerlei ervaringsniveaus, heeft aan King of the Valley een goede. Een evergreen zien we ‘m niet worden, maar voor laagdrempelig borspelvermaak is dit prima geschikt.
Tekst: Klaas Kaptijn