Spelers: 2 tot 4
Speelduur: ±20 minuten
Leeftijd: vanaf 8 jaar
Het is elke keer weer bijzonder wat spelontwerpers kunnen doen met een stapeltje kaarten met nummers erop. In Ohanami bouw je er Japanse tuinen mee - met een beetje fantasie dan. Waar het vooral om draait, is slim kiezen welke van die kaarten je houdt en wat je doorgeeft. Maar is dat leuker dan grind harken en bonsai snoeien?
Hoe werkt het?
Ohanami is een spel waarbij je draft, zoals dat heet: je krijgt een handvol kaarten, kiest er een paar uit en geeft de rest door. Hier start je met tien, houdt er twee en de rest is voor je buur in de kiesronde erna. Zo gaat dat door totdat alle kaarten zijn gekozen. Maar wat doe je met deze kaarten?
Ieder voor zich maakt tijdens het hele spel maximaal drie rijen, waaraan je gaat aanleggen. Daarbij geldt maar één regel: aan de ene kant van een rij mag je alleen hogere waardes aanleggen dan wat er al ligt en aan de andere alleen lagere. Nummers ertussen steken mag dus niet. Kleuren mogen lekker door elkaar en wanneer je aanlegt aan de ene rij of de andere, mag je zelf bepalen.
Als je je laatste twee kaarten van je buur hebt gehad, wordt er gescoord. Daarna krijgt iedereen weer tien kaarten en zo gaat dat in totaal drie keer, tot er dus dertig kaarten door je handen zijn geweest. Er zijn er 120 in totaal, dus bij een spel met vier spelers gaat de hele stapel op; anders niet.
Bij het scoren zijn de kleuren van de kaarten belangrijk. In de eerste ronde worden alleen de blauwe geteld, in de tweede komen de groene daarbij en in de derde mag je ook de grijze noteren. Als dat achter de rug is, heb je de roze nog, die anders dan de andere kleuren geen vaste waarde hebben, maar per stuk meer opbrengen naarmate je er meer van hebt verzameld. Even stug optellen en je weet wie er gewonnen heeft.
Bont en blauw
De regels van Ohanami zijn in een paar minuten uitgelegd, maar effectief spelen is minder eenvoudig. Want wat is slim om te kiezen? Blauw is vooral in het begin van het spel goed, want die kaarten zijn drie punten waard en worden drie keer geteld. Maar ook groen levert veel op: vier punten en die worden twee keer geteld. Naar het eind toe worden de zeldzame grijze interessant, want hoewel die maar één keer geteld worden, pak je er per kaart wel zeven punten mee.
En dan de kersenbloesems: de roze kaarten. Als het je lukt om bijvoorbeeld twaalf van die kaarten te hebben liggen op het eind, is dat goed voor 78 punten. Dat tikt aan, maar voor elke roze kaart die je neerlegt, moet je een andere laten liggen. Het meest verraderlijke vraagstuk is de volgorde, want je loopt geheid tegen het probleem aan dat je een mooie kaart wilt aanleggen, maar misschien wel twintig nummers moet overslaan in je rijtje om dat te doen.
Is dat het waard? Vooral als je met twee spelers speelt, weet je welke nummers je in de komende draftrondes eventueel nog terug gaat zien en je kunt natuurlijk kijken wat je tegenstanders al voor zich hebben liggen. Bovendien mag je altijd besluiten om een kaart niet aan te leggen, maar uit het spel te halen. Maar dat zijn wel punten die je weggooit...
Wikken en wegen
Er zijn heel wat afwegingen te maken in die twintig minuutjes dat je aan het spelen bent. Dat geeft Ohanami behoorlijk wat diepte, zeker voor zo’n eenvoudig te leren en snel spelend spel. Alhoewel: als je de optimale afwegingen wilt maken, zit je wel even te turen naar al die getallen. Daarom is er de regel dat de laatste die zijn kaarten kiest ze als eerste moet plaatsen. Maar het strategisch nadeel daarvan is minimaal vergeleken met de tijd nemen om goed te kiezen.
Met hun aquarel-achtige stijl ogen de kaarten mooi. Maar als ze eenmaal in rijen op tafel liggen, zie je er weinig van en daarmee schuift het toch al dunne thema nog meer naar de achtergrond. Het komt in het spel op alle fronten neer op getallenreeksen en dat maakt het best droog. Daar moet je van houden en daarom betwijfel ik of dit er eentje is die meer dan gemiddeld op tafel gaat komen. Maar als het gebeurt, blijft hij wel interessant en spannend, want het optellen van alle scores levert geheid een paar verrassingen op.
Conclusie
Ohanami is snel te leren en spelen, maar dat gaat op geen enkele manier ten koste van de interessante keuzes die je moet maken, want die zijn er van begin tot eind. De factor kraak en smaak is niet erg hoog, want de basis is en blijft nummers op een rijtje zetten. Maar als je daar niet zwaar aan tilt, kun je je brein de kost geven met deze stapel stijlvolle kaarten.