Attila
Attila de Hun en zijn manschappen trekken vanuit Mongolië naar het zuiden en jagen andere volken op de vlucht. Deze verspreiden zich over Italië en de Balkan en plunderen alles wat op hun weg komt.
De spelers hebben contact met een aantal van deze volken en oefenen daar invloed op uit. Als gebieden te vol worden breekt er oorlog uit. Eén of meerdere volken zullen moeten verdwijnen uit het gebied. Daarna leven de overgebleven inwoners vredig samen alsof er nooit iets gebeurd is. Maar men zal Attila echter nooit meer vergeten...
Doel van het spel: De spelers proberen zo veel mogelijk invloed uit te oefenen op de sterkste volken.
Voorbereiding: Iedere speler krijgt een spelersfiche om zijn kleur mee aan te geven, zes speelkaarten en drie verschillende actiefiches.
Spelverloop: De actieve speler doet in zijn beurt het volgende:
' Een kaart spelen en speelfiguur neerzetten.
' Invloed aanpassen.
' Eventueel confrontatie en pacificatie.
' Eventueel telling.
Een kaart spelen: Op de kaart staat een volk afgebeeld. De speler plaatst een speelfiguur van dit volk:
' In één van de zes grensprovincies.
' In een provincie, waar zich al speelfiguren van dit volk bevinden.
' In een provincie, die daaraan grenst.
Invloed aanpassen: Afhankelijk van het tijdperk, waarin het spel zich bevindt, stelt de speler zijn invloed één tot vier plaatsen bij. In plaats van invloed mag de speler ook kiezen voor het plaatsen van een extra speelfiguur van dit volk.
Confrontatie en pacificatie: Bij vijf speel-figuur in een provincie komt het tot een confrontatie. De spelers kunnen door middel van het gedekt spelen van kaarten steun geven aan de volken in die provincie. Als alle spelers hun kaarten hebben gespeeld, worden deze tegelijk omgedraaid. De totalen van de volken in de provincie en die van de uit-gespeelde kaarten worden bepaald. De zwak-sten worden verwijderd en de provincie is gepacificeerd. Vanaf nu mogen er geen volken in deze provincie worden bijgeplaatst.
Let op: de spelers kunnen alléén kaarten uit- spelen (als steun) van díe volken, die zich al in die provincie bevinden.
Telling: Zodra het laatste pacificatiefiche van een tijdperk op een provincie is gelegd, worden alle volken geteld.
De speler(s) met de grootste en de op één na grootste invloed op een volk krijgen punten.
Actiefiches: Er zijn 3 actiefiches die iedere speler tijdens het spel maar één keer kan inzetten: de dubbele beurt, de ruil en het fiche "2 invloed".
Einde van het spel: Het spel eindigt zodra:
' Het laatste pacificatiefiche is gelegd.
' Van een volk geen speelfiguur over is.
' Een telsteen het bovenste veld bereikt.